Opleiding tot preventieadviseur voldoet niet langer

Tijdens de opleiding tot preventieadviseur reageert een deelnemer aan het eind van een sessie over veiligheidsgedrag en -leiderschap met de opmerking: “Dit was veruit de meest interessante module van het totale opleidingsprogramma omdat ze de kern raakt van de uitdaging waarmee we als preventieadviseur elke dag geconfronteerd worden. Deze sessie zou niet alleen aan het begin van de opleiding moeten gegevenworden, de materie rond veiligheidsgedrag zou minstens de helft van de totale opleiding moeten beslaan…”.

Nagels met koppen. 

Arbeidsveiligheid overal hoog op de agenda.

We kunnen er niet naast kijken: sinds meerdere decennia staat arbeidsveiligheid overal hoog op de agenda. En terecht.

Sinds haar ontstaan heeft het vakgebied arbeidsveiligheid een hele evolutie doorgemaakt. In de begindagen was de belangrijkste veiligheidsfunctie die van veiligheidsingenieur.

 

Naarmate de technologische evolutie een hoge vlucht nam, verschoof de aandacht van de technische veiligheidsaspecten in versneld tempo richting de organisatorische kant van arbeidsveiligheid. Als gevolg daarvan werd de implementatie van allerlei veiligheidszorgsystemen erg belangrijk. Arbeidsveiligheid werd meer en meer een administratief gekleurd vakgebied, waarbij het beheren en actualiseren van ‘het systeem’ de boventoon voerde.

Ondertussen is voor iedereen in een organisatie duidelijk dat de impact van veiligheidszorgsystemen op de totale veiligheidsbeleving keihard tegen de eigen grenzen aanloopt.

Snelgroeiende aandacht voor veiligheidscultuur.

Veiligheidscultuur is een begrip dat razendsnel aan populariteit heeft gewonnen. Aan de ene kant blijft het een vaag en soms ongrijpbaar begrip, aan de andere kant is het zonder enige twijfel het aspect met de grootste impact op uw veiligheidsresultaten. Het gaat immers over de collectieve manier waarmee een organisatie omgaat met arbeidsveiligheid.

Een veiligheidscultuur veranderen en/of ontwikkelen is een kwestie van collectieve gedragsbeïnvloeding. Het beïnvloeden van individueel gedrag is op zich al een hele uitdaging. Groepsgedrag is dat des te meer. Het beïnvloeden van organisatiegedrag dat dikwijls over tientallen jaren gegroeid is, is dan ook een uitdaging van een hogere orde.

De klassieke gedragstheorieën hebben definitief afgedaan.

Nog steeds zijn er managers, leidinggevenden en verantwoordelijken van ondersteunende diensten die – bewust of onbewust – ervan uitgaan dat (veiligheids-)gedrag de resultante is van een rationeel en analytisch denkproces. Een denkproces dat in goede banen kan worden geleid door middel van wetgeving, procedures, instructies en/of andere vormen van veiligheidscommunicatie. Deze visie is echter al lang niet meer van toepassing.

De inzichten in de gedragswetenschappen staan ondertussen immers lichtjaren verder. Het onderzoek van vooraanstaande wetenschappers zoals Kahneman, Thaler, Ajzen en Cialdini werpt een totaal ander licht op aspecten als consumentengedrag, verkeersveiligheid of veiligheidsgedrag op de werkvloer.

Alle gedragswetenschappers zijn het er inmiddels over eens dat menselijk gedrag grotendeels het resultaat is van onbewuste, intuïtieve denkprocessen die zeer weinig te maken hebben met rationele overwegingen.

Een uitdaging van een hogere orde vergt superieure competenties.

Het mag voor iedereen duidelijk zijn: om veiligheidsgedrag te ontwikkelen, te veranderen en/of te beïnvloeden volstaat kennis van de betreffende wetgeving niet. Ook inzichten in elektrische en/of chemische risico’s of het beheersen van de geldende veiligheidszorgsystemen in uw organisatie volstaan hiervoor niet langer.

Vanaf nu zijn andere competenties aan de orde: competenties die hun wortels vinden in de wereld van de psychologie, sociologie, biologie en antropologie. Maar ook het versterken van uw persoonlijke vaardigheden en kwaliteiten, niet in het minst op vlak van relationele intelligentie, zelfmotivatie en authentiek leiderschap, zijn hierbij van het grooste belang.

Bent u gewapend om deze nieuwe uitdaging te lijf te gaan?

Laat ons er geen doekjes om winden: in bestaande opleidingen tot veiligheidskundige ligt de focus nog steeds op wetgeving, technische veiligheid, organisatorische veiligheid en aanverwante disciplines. De wetgever loopt daarbij hopeloos achterop.

 

De wettelijke verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn bieden evenmin een afdoend antwoord op deze gedragsuitdagingen, net als de verplichte opleiding die organisaties moeten aanbieden aan hun leidinggevenden.

De conclusie mag duidelijk zijn: er is dringend nood aan een opleiding die tegemoetkomt aan de transformatie-uitdaging voor preventie-adviseurs en lijnmanagement: de transformatie van technieker naar psycholoog.

LEES MEER


‘Die hard’ veiligheidsambassadeurs

Een opmerkelijk kenmerk van echte ‘die hard’ veiligheidsambassadeurs

Wanneer je enkele tientallen projecten op de teller hebt, wordt je geheugen onvermijdelijk gekleurd door bepaalde mensen die zelfs jaren later op je netvlies blijven gebrand. Niet in het minst omdat ze zich nadrukkelijk manifesteerden als rasechte vaandeldragers van arbeidsveiligheid op de werkvloer, wars van elke vorm van groepsdruk.

Noem ze ambassadeurs, promotors, dwarsliggers of wat dan ook. Het maakt niet uit, ze doen het gewoon.

Het verhaal achter deze opmerkelijke medewerkers heeft mij steeds mateloos geboeid.

Zo herinner ik mij als geen ander Jürgen, werfleider bij een van de grotere bouwondernemingen. Een kerel uit één stuk, een en al positivisme.

Op een dag hadden Jürgen en ik bij een kop koffie een rustig gesprek ‘off the record’. Vrij snel kwam ik bij de vraag wat hem precies dreef om zo fanatiek met arbeidsveiligheid begaan te zijn…

Vanaf dag één van ons programma rond duurzame veiligheidscultuur was Jürgen een van de meest fanatieke en actieve fans. Hij liet geen gelegenheid onbenut om op de werven waarvoor hij verantwoordelijk was een resem aan veiligheids-verbeterende initiatieven op te zetten, het ene al creatiever dan het andere. ‘Eerst veiligheid, daarna productiviteit’ was voor hem geen loze kreet. Opmerkelijk daarbij was dat de rentabiliteit van zijn werven én de motivatie van zijn medewerkers tot de beste binnen de groep behoorden.

Dit was (letterlijk) zijn antwoord:

“Ik ben eigenlijk gegroeid vanuit de praktijk, ben gestart op de onderste trede als handlanger/metselaar op de werf. Zo heb ik een hele tijd gewerkt bij een restauratiebedrijf. Op een dag, mijn vrouw was hoogzwanger van onze Benjamin, was ik aan het werk op het dak van een kerk, op een hoogte van 45 meter… niet aangelijnd. ‘We doen het al jaren zo, niets kan mij overkomen’, dacht ik toen in al mijn overmoed.

Op een gegeven ogenblik gleed ik uit en schuurde ik naar beneden. In een fractie van een seconde dacht ik dat mijn leven voorbij was. Als bij wonder bleef ik op een hoogte van 30 meter in de dakgoot hangen. Ik kwam er uiteindelijk met de schrik van af…”.

 “In een andere fase van mijn loopbaan was ik meestergast.  We haalden elke ochtend de mensen van de ploeg op met het werfbusje, zo ook D.

Op een dag gebeurde wat niemand voor mogelijk hield: kort na de middag, bij het betreden van een eenvoudige steiger, struikelt D. op het werkplatform en valt hij, tussen de collectieve beveiliging, achterover op de grond. Levensgevaarlijk gewond wordt hij overgebracht naar het ziekenhuis,waar hij de dag nadien overlijdt.

Je wilt niet weten met welk rotgevoel we als ‘ploeg -1’ die dag naar huis zijn gereden. Het was verschrikkelijk om zijn frigobox en werktuigen bij hem thuis te moeten afgeven. Dat wens ik echt niemand toe”

Minutenlang zat Jürgen voor zich uit te staren. Het leek alsof beide drama’s zich opnieuw voor zijn ogen afspeelden…

“Die twee gebeurtenissen hebben mijn kijk op het leven fundamenteel veranderd, maar hebben vooral mijn kijk op arbeidsveiligheid definitief in een andere plooi gelegd.

Sindsdien probeer ik elke dag opnieuw iedereen in mijn omgeving te sensibiliseren om in de eerste plaats veilig te werken. We hebben tenslotte maar één leven.”

Op weg naar huis vroeg ik mij af of mensen dan altijd eerst een traumatiserend, (bijna) fataal ongeval moeten beleven vooraleer zij tot in elke vezel van hun lichaam doordrongen worden van de noodzaak om op elk ogenblik hun gedrag af te stemmen op de arbeidsrisico’s die om elke hoek loeren. Ik mag hopen van niet!

Anne-Marie Vanhooren
Senior Consultant Veiligheidscultuur – Trainer & Coach (StepStones for Safety®)

LEES MEER


Een duurzame veiligheidscultuur is een zaak van iedereen.

Zeer recent hoorde ik een hogere leidinggevende van een havenbedrijf de tenenkrullende uitspraak doen dat “veiligheid in de eerste plaats tot het DNA van de operationele medewerkers moet behoren, want leden van het directiecomité hebben wel andere dingen te doen… ”. Fout, fout en nog eens fout!

Wanneer het over veiligheidscultuur gaat, hebben heel wat organisaties de neiging om te kijken in de richting van medewerkers en direct leidinggevenden op de werkvloer. Daar gebeuren immers de uitvoerende activiteiten en vinden de meeste arbeidsongevallen plaats. Althans, dat is de redenering.

Maar als we dieper ingaan op de echte betekenis van een duurzame veiligheidscultuur, kunnen we alleen maar tot de conclusie komen dat alles draait rond de vraag hoeveel mensen – dwars doorheen de organisatie – authentiek veiligheidseigenaarschap tonen. En dat ongeacht hun functieniveau, hun taken en/of verantwoordelijkheden.

Maar dat is nog niet alles: de geciteerde redenering gaat immers totaal voorbij aan het feit dat een organisatie een collectief geheel is met een eigen identiteit, met eigen waarden en normen en een eigen bedrijfscultuur. Binnen zo’n collectief beïnvloedt alles en iedereen elkaar. Niet in het minst op het vlak van veiligheid.

Laat het duidelijk zijn: binnen een sterke veiligheidscultuur heeft iedereen, zonder enige uitzondering, een specifieke rol. Een kort overzicht maakt dit duidelijk.

Directie en hoger management

Van directie en hoger management mag worden verwacht dat ze, als rasechte promotors van veiligheid, regelmatig en proactief aanwezig zijn op de werkvloer.

Voor deze specifieke functiegroep zou het een evidentie moeten zijn dat ze weigeren om ook maar enige toegeving te doen op vlak van veiligheid, al dan niet in het belang van de productieresultaten. In die mate zelfs dat ze elke zinvolle vraag naar veiligheidsmiddelen en –ondersteuning onverkort moeten honoreren.

Lijnmanagement

Los van het feit dat deze groep vanuit wettelijk oogpunt de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt voor de arbeidsveiligheid op de werkvloer, mag van het lijnmanagement worden verwacht dat ze in de eerste plaats een onberispelijke voorbeeldrol vervullen. Als echte veiligheidsambassadeurs mogen we van hen verwachten dat ze hun direct leidinggevenden coachen in het managen van het juiste veiligheidsgedrag op de werkvloer.

Op die manier groeit het broodnodige vertrouwen bij de direct leidinggevenden om het lijnmanagement op de hoogte te houden van mogelijke veiligheidsproblemen. Dat het lijnmanagement daarbij de nodige randvoorwaarden schept voor de teamleaders om zelf veiligheidsuitdagingen aan te gaan, is een eerste stap naar collectief veiligheidseigenaarschap.

Direct leidinggevenden

Dit is maar al te vaak een zwaar onderschatte functiegroep, ook op vlak van arbeidsveiligheid. Van direct leidinggevenden mag worden verwacht dat ze van elke veiligheidsbijeenkomst een inspirerend leermoment maken en dat ze de mensen in hun ploeg aanmoedigen om elke onveilige situatie meteen te melden.

Ze zijn de eerste en meteen ook de krachtigste hefboom om directe feedback te geven op het veiligheidsgedrag van hun medewerkers. Op die manier kan continu gewerkt worden aan gedragsontwikkeling, -verandering en -beïnvloeding.

Operationele medewerkers

In een sterke veiligheidscultuur zijn operationele medewerkers geen passief lijdend voorwerp, maar een actief meewerkend voorwerp. Van deze functiegroep mag in de eerste plaats worden verwacht dat ze niet enkel zorg dragen voor hun eigen veiligheid, maar ook voor die van hun collega’s. Dit betekent uiteraard dat ze nooit de andere kant mogen opkijken en meteen moeten reageren op onveilige handelingen.

Net zo goed mag verwacht worden dat ze onveilige situaties melden en zelfs voorstellen formuleren om de veiligheid op het werk te verbeteren.

Als u dacht dat we hiermee klaar zijn met onze opsomming, heeft u het mis.

Wat namelijk te denken van de volgende groepen?

Uw kantoormedewerkers

‘Ze hebben niets met arbeidsveiligheid te maken’ is helaas een veel gehoorde uitspraak en zelf zijn ze meestal de eersten om dit te beweren. Niets is echter minder waar.

Ook op kantoor is arbeidsveiligheid en gezondheid manifest aan de orde is, zeker omdat ergonomische risico’s of vallen en struikelen een van de meest voorkomende oorzaken van arbeidsongevallen zijn. Ook kantoormedewerkers hebben dus een ambassadeursrol te vervullen, niet in het minst ten aanzien van klanten, bezoekers of andere externen. 

Contractoren

Van deze groep mag en moet worden verwacht dat ze waarde toevoegen aan uw veiligheidscultuur, niet dat ze uw veiligheidscultuur devalueren. Het is een kwestie van afdwingen, en dit al tijdens de fase van de contractonderhandelingen.

U merkt het: een sterke veiligheidscultuur is van en voor al uw stakeholders. Geen enkele interne of externe functiegroep kan zich hieraan onttrekken.

LEES MEER